Kortjakje heeft soms een korte spanningsboog. En zeker als zij in het begin van de preek iets hoort dat haar gedachten prikkelt, ontgaat haar soms het hele vervolg.
Izak, zoon van
We lazen uit Genesis 26. Als snel bleven mijn gedachten hangen bij hoe Izak zich gevoeld moet hebben. Je zult maar de zoon van de grote Abraham zijn! Als je vader Gods vriend was, en onderonsjes met Hem had; hoe voelt dat als zoon (of dochter) van?
Crisis en crisis – lijden en lijden
In de tijd van Izak kwam er hongersnood. Dat was in de tijd van Abraham ook al eens gebeurd. Abraham was toen naar Egypte getrokken. Daar was wél voldoende voedsel. Dus wat wil Izak doen? Oók naar Egypte. Niet gek gedacht, toch? Maar de Heer roept Izak een halt toe. Jij moet niet naar Egypte gaan. Blijf hier. Híer wil Ik voor jou zorgen. Gods plan met Izak is niet hetzelfde als dat met diens vader Abraham.
Wat kunnen we hiervan leren? Ook al heb je een vader die heel dicht bij God leefde, jij moet de weg gaan die God jou wijst. En die kan ánders zijn. Ik moest denken aan de woorden van Jezus tegen Petrus: wat gaat het jou aan hoe het leven van Johannes zal verlopen? Let niet op anderen; jij moet de weg gaan die Ik voor jou heb. Volg jij Mij! (Zie Johannes 20:20-23.)
De spreker zei intussen: “elke tijd kent zijn eigen crises”. Het ene lijden is niet te vergelijken met het andere. Elk lijden is erg, en het staat op zichzelf. Als iemand ons deelgenoot maakt van zijn of haar lijden, moeten we niet zeggen dat wij wel weten wat hij of zij doormaakt. Tja, en zo raakte ik het betoog van de spreker kwijt en gingen mijn gedachten met me op de loop. Omstandigheden wisselen. Niet elke hongersnood is hetzelfde. En elk mens heeft zijn of haar eigen incasseringsvermogen, manier van denken, gevoelsleven, etc.
Ik ben jij niet, en jij bent ik niet.
De preek ging intussen natuurlijk verder, maar als je daar meer over wilt weten, luister ’m dan zelf nog maar.
Beluister de preek of bekijk de dienst in Mijn Christengemeente.
Blessings,
Kortjakje