Soms kun je uren over het christelijk geloof discussiëren. Soms moet je gewoon luisteren en aannemen wat je wordt voorgehouden. Dit is voor de meesten van ons geen nieuws. Ook voor Kortjakje niet, maar toch toont zij zich verrast.
Wat wil je dat Ik voor je doe?
Afgelopen zondag begon de preek met deze vraag. Stel dat Jezus tegen je zegt: “Wat wil je dat Ik voor je doe?” Acht je het mógelijk dat Hij dit tegen jou zegt? Durf je zoiets te verwachten?
Verwachten…
Dit begin moest ik even verwerken. Wat verwacht ik eigenlijk van God? Of denk ik meer dat Hij iets van míj verwacht? Ja, ik loop soms rond met het idee dat God van alles en nog wat van mij verwacht. Maar in de vraag van vandaag wordt het omgekeerd. Dat is misschien wel terecht. Daarmee begint het in het geloof toch ook? God die iets (véél) voor mij in petto heeft! En van mij wordt niet meteen iets verwacht. Of: van mij wordt verwacht dat ik iets van Hem durf te verwachten!
Vragen
Velen van ons hebben waarschijnlijk geleerd: ‘Kinderen die vragen, worden overgeslagen’. Welke suffe, bekrompen, bejaarde oelewapper dit heeft bedacht, weet ik niet. Maar ik was het er al nooit mee eens. En weet je, Jezus heeft er ook lak aan. Als een blindgeborene naar Hem begint te roepen, staat Hij stil. Hij hoort het hulpgeroep en Hij luistert er naar! Al die mensen die om Jezus heen dringen, probeerden die arme roeper nog te dimmen. Stelletje arrogante (wanna be) bobo’s. Maar gelukkig liet die blinde man zich niet weerhouden. Hij schreeuwde des te harder: “Zoon van David, heb medelijden met mij!”
Wat of wie houdt jou tegen?
Heb jij ook een vraag aan Jezus? Je mag zo maar tot Hem roepen. Bidden. Laat je niet tegenhouden. Door niets en door niemand.
We lazen deze ochtend Marcus 10:32-52.
Blessings,
Kortjakje