Was de spreker afgelopen zondag een soort bomenknuffelaar? Kortjakje vond dat eigenlijk wel leuk, al vroeg ze zich af of dit wel ‘Bijbels’ is. Hij durfde zelfs de stelling aan dat de Here Jezus tegen een boom gesproken had. Maar Kortjakje kwam tot de ontdekking dat het nog waar is ook!
Jezus spreekt tegen een boom
Aan het begin van de preek dacht ik dat we in de Christengemeente nu toch echt het groene pad op waren gegaan. Jezus zou tegen een boom hebben gesproken. In welk sprookje waren we nu beland? Ik keek met een schuin oog naar mijn opa die verder voorin de zaal zat, maar kon niet ontdekken of hij al tekenen van ‘verbolgenheid in de Geest’ vertoonde. En toen gingen we lezen uit Matteüs 21. En tot mijn verbazing staat het er in vs.19 écht: ‘Langs de weg zag Hij een vijgenboom staan. Hij liep ernaartoe, maar er zaten alleen maar bladeren aan. Daarop zei Hij tegen de boom: ‘Nooit ofte nimmer zul je meer vrucht dragen!’ Ogenblikkelijk verdorde de vijgenboom.’
De spreker zei er ook nog bij dat wij graag de gedachte koesteren dat een ontmoeting met Jezus altijd fijn en mooi is. Maar in dit geval loopt die ontmoeting voor de boom niet goed af.
Alleen blaadjes
De Here Jezus had honger, ziet een vijgenboom en zoekt tussen de bladeren naar een vrucht. Maar Hij kan geen enkele vrucht vinden! De boom zag er zo mooi uit. De spreker legde een verband met wat er juist de dag ervoor had plaatsgehad. Jezus was feestelijk onthaald toen Hij op de rug van een ezel Jeruzalem was binnengekomen. Het volk juichte Hem toe: ‘Hosanna voor de Zoon van David!’ Er werd een soort ereboog gevormd en de loper werd uitgelegd. Een dag later gaat Jezus wat verder de stad in naar de tempel. Hij zoekt als het ware tussen de groene bladeren en al dat moois … Maar net als bij de vijgenboom vindt Jezus géén vrucht! De kerkleiders tonen zich alleen negatief-kritisch.
God zoekt vrucht
In de preek gingen we al snel door naar een gelijkenis over vrucht dragen (Lucas 13:6-9). Een vijgenboom had al drie jaren geen vrucht gedragen. De eigenaar zou de boom willen omhakken, maar de wijngaardenier stelt voor nog een jaar geduld te hebben. Hij zal de grond er omheen nog eens omspitten en bemesten. Zo is het ook bij ons mensen, zei de spreker. Als we geen vrucht dragen is God geduldig. En Hij doet extra moeite, omdat Hij ernaar verlangt dat we vrucht dragen.
Nu zijn omspitten van onze weerbarstige grond, en het bemesten (bah, wat zei die spreker dat plastisch) wel activiteiten die pijnlijk, verwarrend en smerig voor ons kunnen zijn. En dan niet te vergeten ook het snoeien. Au!
Put ik alleen maar de grond uit?
God is geïnteresseerd in vrucht. Zie ik daar ook naar uit in mijn eigen leven? Om tot zegen te zijn? Of sta ik er met mijn groene blaadjes maar voor joker bij, en put ik alleen zinloos de grond uit? Iets om over na te denken.
Blessings,
Kortjakje