Crisis (meervoud: crises)

We leven in een tijd van allerlei crises. De spreker heeft er afgelopen zondag een heel aantal van benoemd. Kortjakje werd er bijna depressief van. Bijna, gelukkig.

Ja, hallo!

De preek van afgelopen zondag had als thema: ‘Maak je niet bezorgd’. Ja, lekker makkelijk, dacht ik. De spreker ging notabene eerst alle mogelijke crises opnoemen waar we in ons land en wereldwijd mee te maken hebben in deze tijd. En dan zei hij er ook nog heel terecht bij, dat je ook je eigen persoonlijke crises kunt hebben in het leven. En dán je geen zorgen maken? Ja, hallo!

‘Crisis? What Crisis?’

Mijn opa relativeert graag. Zo heeft hij de gewoonte om als er zich (schijnbare) rampen voordoen en er van alles tegelijk mis dreigt te lopen, te roepen: “Crisis? What crisis?”. Hij heeft me eens verteld dat dit de titel is van een album van een Engelse rockgroep (Supertramp) uit de jaren ’70. Maar dat doet er nu niet toe. Dat relativeren is vaak heel irritant. Vooral als iets je heel hoog zit. Maar soms kan ik het ook wel waarderen. Een beetje lucht, een beetje normaal, even met beide benen op de grond en rustig bekijken wat er nu echt aan de hand is en hoe erg dat is. Wanneer ik zo naar al dat nare nieuws kijk, denk ik ook wel eens: Crisis? Hoezo crisis? Die term wordt tegenwoordig te pas en te onpas gebruikt. (Mijn tante bijvoorbeeld, een paar maanden geleden: ‘O, de zonnebloemolie raakt helemaal op! Crisis! Geen fles meer te krijgen in de supermarkt! Hoe moeten we nu frietjes bakken? Komt door de oorlog! De zonnebloempitten komen Oekraïne niet meer uit! O, wat erg! Wat erg, die oorlog!’ -let op de uitroeptekens waarin mijn tante sprak. En denk vooral ook even aan wat die oorlog voor de mensen in Oekraïne zelf betekent, en aan de effecten die de oorlog heeft op minder welvarende landen dan ons verwende Nederland.)

Kijk naar Jezus

Nog even terug naar de preek. De spreker had drie handige vuistregels:

  1. Doe wat jij kunt doen
  2. Laat God doen wat jij niet kunt, en Hij alleen kan doen
  3. Blijf vertrouwen op God

Hij baseerde zich hierbij grotendeels op Filippenzen 4:4-7. Gelukkig erkende hij ook dat het zeker niet altijd makkelijk is om deze principes in praktijk te brengen. De praktijk is vaak minder mooi dan we zouden wensen. En dan kan vooral dat derde punt erg lastig zijn. Vooral als je het idee hebt dat God niet doet wat Hij alleen kan doen. Toch is dat de route die ons gegeven is. Uiteindelijk staat onze God in zijn Zoon Jezus bóven alles. Hier sloot de preek dan ook mee af: “Nu zien wij echter nog niet dat Hem alle dingen onderworpen zijn, maar wij zien Jezus’ (Hebreeën 2:8-9a).

Blessings,
Kortjakje