‘Als broeders samenwonen’
We lazen afgelopen zondag psalm 133. Vroeger dacht ik dat het in vers 1 over mijn twee vrijgezelle ooms ging (die zijn altijd ‘thuis’ blijven wonen, en hun ouders leven niet meer). Ik heb ook wel eens iemand horen verkondigen dat het over Gods goedkeuring van homofiele relaties ging. Maar ook daar blijkt het in deze psalm niet over te gaan. Volgens de spreker gaat het over de nauwe verbondenheid binnen de gemeente, zo meen ik uit zijn preek te hebben opgemaakt.
Al het goede komt van boven?
In vers 2 gaat het verder over olie die over de baard van Aäron naar beneden over zijn kleren druipt. Ik heb dit altijd een beetje vies gevonden. Die vettige olie. En die geur van oude bromfietsen en de autowerkplaats. Bovendien heb ik geleerd dat olie uit de grond wordt opgepompt. In een oud lesboek staat er nog een foto bij met van die ‘ja-knikkers’ (ik laat even allerlei associaties die deze term bij me oproepen achterwege). Maar de spreker had het over olie die van bóven kwam. Was ik nou zo dom of was hij zo slim? Tante legde me na de dienst uit dat het om heilige zalfolie ging, die uit een kruikje over de hogepriester werd uitgegoten bij diens inwijding -dus toch van bóven. En dat soort olie rook juist lekker. Weer wat geleerd.
Toch: samen
Dat lekker geurende en dat góede komt dus van de Here God. Net als de dauw in vers 3, die het land bevochtigt en vruchtbaar maakt. Dit zijn zegeningen, zo legde de spreker uit, die de Heer geeft wanneer wij als ‘broeders en zusters’ op een goede manier samenleven. Dus niet langs elkaar heen leven. En dus ook niet net doen of alles alleen maar góed gaat. Nee, het is in de gemeente juist Zijn bedoeling dat we open zijn over de butsen en schrammen die we in dit leven oplopen. Onze harten met elkaar delen, zoals de spreker dat uitdrukte. Daar had hij trouwens nog een mooi voorbeeld van meegenomen. Een paspop (zeker ergens uit een etalage meegenomen, of van een naaister geleend) met een heel mooi ‘opgepoetst’ hart, tegenover een hart dat scheuren vertoonde en waar stukken uit genomen waren. Kijk nog maar even naar de eerste minuten van de preek voor de visualisatie en het bijbehorende verhaal.
Samen dus! “Samen spelen, samen delen”, zei mijn moeder altijd. En jezelf niet mooier voordoen dan je bent. En ook je hart niet afsluiten uit angst dat er iets van de glans verloren zal gaan, maar openzetten voor de ander. Zoiets!