Afgelopen zondag vormde de preek een vervolg op de preek van de week ervoor. Kortjakje vindt zo’n tweeluik wel een mooie manier om wat op te steken.
Basis
In het begin van de preek werd nog even teruggegrepen op de preek van vorige week. Het is voor elke christen zó belangrijk om een goede, intensieve relatie te onderhouden met de hemelse Vader. We lazen dit keer Matteüs 14:13-23, over de ‘wonderbare spijziging’. Dit Bijbelgedeelte begint met de mededeling dat Jezus ‘toen Hij hiervan hoorde’ een afgelegen plaats zocht, omdat Hij alleen wilde zijn. Waarvan had Hij gehoord? Van de moord op zijn neef, Johannes de Doper. En de spreker vroeg: Hoe reageer jij op verdriet, tegenslag, teleurstelling? Jezus zocht het intieme contact met zijn Vader. Nou, dan is dat zeker voor ons van belang. Niet alleen voor onszelf, maar ook als we andere mensen tot zegen willen zijn. In het contact met God leren we onze omstandigheden en alles wat er gebeurt vanuit Zíjn perspectief te zien. Dan zijn we ook in staat ‘de moede’ medemens te ondersteunen (zie Jesaja 50:4). Dit was de eerste les die we (vanuit de basis) leerden:
1. Leer te kijken met Gods ogen naar mensen
Jezus zag de mensen die Hem volgden en werd met ontferming over hen bewogen, lazen we in Matteüs 14:14 (zie ook Marcus 6:34). De discipelen zagen het niet zo erg zitten, om die hele mensenmassa van eten te voorzien. En – de spreker sloeg de spijker op z’n (mijn) kop – zo denk ik ook nogal vaak: ‘Ik kan toch niet de hele wereld op mijn nek nemen?’ Maar de geschiedenis van de wonderbare spijziging wijst ons op iets moois…
2. Leer te rekenen met Gods mogelijkheden voor jou
Ik heb niet zo veel te bieden. Net als die mensen in Matteüs 14. Maar Jezus vraagt: “Hoeveel broden hebt gij? Gaat eens zien!” (Marcus 6:38). Je moet niet kijken naar wat je níet hebt, maar naar wat je wél hebt. En dat bij Jezus brengen. Houd je niet afzijdig, maar wees beschikbaar voor de Heer. Een jonge jongen geeft wat broden en wat vissen. (“Had er verder niemand iets bij zich?”, vroeg de spreker zich terecht af.) En dan blijkt dat er bij God heel wat mogelijk is!
3. Leer uit te zien met verwachting naar God
Jezus nam het weinige dat Hem was aangereikt, en … ‘zag op naar de hemel’ (vs.19). Zoiets lezen we soms ook bij een genezing. En ook voorafgaand aan de opwekking van de dode Lazarus. Jezus slaat zijn ogen op naar de Vader. En Hij verwacht dat de Vader zal geven wat nodig is. God kan méér dan wij durven bidden of bedenken (Efeze 3:20)! De spreker haalde tot slot onderstaande tekst aan, en hield ons voor dat je van geven niet armer wordt. Je groeit juist het meest door anderen te geven en te zegenen!
‘De zegenende ziel wordt overvloedig verkwikt,
wie laaft, wordt ook zelf gelaafd.’ (Spreuken 11:25)
Blessings,
Kortjakje